Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [90]Toen wenste ik naar de waarheid van het vierde dier, hetwelk verscheiden was [91]van al de andere, zeer gruwelijk, welks tanden van ijzer waren, en zijn klauwen van koper; het at, het verbrijzelde, en vertrad het overige met zijn voeten. 90. Dat is, toen was ik begerig om de waarheid te weten van het vierde dier, dat is aangaande het vier dier. 91. Te weten van de andere drie, gelijk vs.23; zie breder tot verklaring over vs.19 de aantekening boven vs.7.